donderdag 31 juli 2008

chambres d'amis

ik kwam dit tegen in een Humo enkele weken geleden. En bij de woorden enkel al 'chambres d'amis' voelde ik het schaamrood alweer naar m'n wangen stijgen. Het verhaal gaat terug naar 1986, jawel, het jaar dat dit kunstevenement georganiseerd werd. Blijkbaar ben ik getuige geweest van iets groots, iets dat de annalen van de kunstwereld is ingegaan. Maar bij mij is het vooral de annalen van de beschamende voorvallen in gegrift.

in die tijd verliet ik de middelbare schoolbanken, meerbepaald de banken van Sint-Lukas, waar ik iets dat 'beeldende kunsten' heette had voleindigd. Het waren de jaren van ontluikende liefdes, en ik had drie jaren alles ingezet op het verkeerde paard. Maar ik was niet de enige, in mijn klas zat een kerel die ook jaren had ingezet op het verkeerde paard. Allebei hadden we onze 'grote liefde' mislopen en werden we wakker in de eerste grote desillusie. De redenen waarom we bot vingen waren dan wel verschillend (mijn 'object' was een homo, zijn 'object' was bezet), maar ergens het laatste trimester van het laatste jaar ontdekten we elkaar. Ik denk dat we allebei besloten dat we het onszelf zo lang zo moeilijk hadden gemaakt, terwijl we toch maar voor elkaar voor het rapen lagen. Maar het waren natuurlijk de jaren en ook de tijden dat je jezelf niet goedkoop weg wilde geven. En zelfs al had je besloten om dat tóch te doen, de jaren dat je niet goed van aanpakken wist. Dat laatste trimester veranderde er in elk geval iets. In de klas kwam hij naast me zitten en prevelde in mijn oor dat ik rook naar een geile teddybeer. Ik dacht dat ik vooral afbraakstoffen van een straffe hormonencocktail uitstootte, maar zijn compliment brak met drie jaar botte afwijzing.

in de zomervakantie die volgde verzonnen we manieren om samen te zijn, om samen op stap te gaan. Of het nu een concert, een betoging of een fietstocht was, alles was goed. En zo nodigde hij me uit voor 'chambres d'amis'. Onze communicatie verliep nog grotendeels met ouderwetse brieven, we schreven graag. Wist ik veel wat 'chambres d'amis' was, ik zei het al, ik ben geen intellectueel. Ik wist niet beter of hij begon over 'samenhokken', wat doen vrienden anders samen op kamers? Dus in mijn brief heb ik een heel omzichtig antwoord gegeven, hoe ik dacht over samen gaan wonen, dat terwijl we mekaar nog niet eens één keer gekust hadden! Het misverstand was compleet, hij corrigeerde me droog in zijn volgende brief, misschien vergat hij het zelfs snel. Maar ik: ik had moeite om hem bij de volgende ontmoeting nog maar aan te kijken.

het kwam nog goed, a propos.

woensdag 30 juli 2008

twee meisjes

als ik het Raymond hoor zingen, dan word ik altijd meteen in de tijd teruggeslingerd. Ik zie mezelf en mijn zus terug in onze tienerjaren. Twee handen op een buik en toch rivalen. En nu zie ik het opnieuw ontstaan bij mijn dochters.

mijn jongste is aan haar eerste bril toe. Dat lag moeilijk voor de oudste, het kon toch niet zijn dat haar zusje met een hippere bril als de hare zou gaan rondlopen. Ze begon voorzichtig: dat ze misschien ook nog eens naar de oogarts moest, want dat haar brilletje soms hoofdpijn veroorzaakte. Iets waar ze nooit eerder over kloeg. Vervolgens had ze een lumineus idee: misschien kon haar zusje haar montuur wel overnemen, dan kon zij een nieuw model kiezen. Wat er dan mis was met het huidige model? het was niet zo hip als dat van haar vriendin. In mijn hoofd zag ik die vriendin: hoogbegaafd en een complex om zo oud en serieus mogelijk over te komen voor haar leeftijd. Dat meisje heeft een rechthoekige damesbril! waarmee ze er vreselijk streng uitziet... Ineens wist jonge zus het ook: het montuur van zus moest ze zeker niet hebben. Toch geen dun paars ovalen montuur zeker? wie draagt dat nu nog?

met enige huivering ging ik naar de optiek, ik zag haar al buitenwandelen met een rechthoekig montuur dat meer voor mijn neus bestemd zou zijn. Tientallen monturen passeerden de revue. Zo gaat dat met die meisjes, soms moet ik acht schoenwinkels aflopen voor de dames dé schoenen hebben gevonden, en dan is het nog met twijfel. Uiteindelijk bleef één montuur bovendrijven: jawel, een dun paars ovalen montuur! Ze waren unaniem. Twee meisjes, grrr...

zondag 27 juli 2008

think of one

pluk twee voluptueuze dames in traditionele kledingdracht met hoofddoek van de straten van Marrakech. Zet er twee Marrokaanse broers naast zoals je er honderden in Schaarbeek ziet lopen. En zet er dan nog een bende rokende en drinkende getatoueerde Antwerpse outcasts bij. Laat het gebeuren dat ze allemaal muzikaal zijn, en zet ze samen op een podium. Beginnen die Belgen te schreeuwen: 'terug naar Shakalaka', met ruige gitaren en veel gebonk. Schreeuwen die vrouwen uit Marrakech er luid terug bovenuit. Laat de leadzanger 'klappen' in de goeie schattekes-traditie van Robbe de Hert en Axl Peleman. Goed voor een nauwelijks te beheersen danskriebel en een niet weg te vegen smile tot achter de oren. Om tussen het opeengepakt dansend volk te gaan staan was ik niet verdoofd genoeg, maar mijn stoel moest het ontgelden.

We fietsten met veel lichtjes door de nacht naar huis, de dochters met wiebelkriebels voorop. Het leven met al iets grotere kinderen kan mooi zijn...

vrijdag 25 juli 2008

woorden en daden

een verhaal dat ik gisteren nog eens vertelde, en dat ik hier wel passen vind. We gaan terug naar 1997. Om welke reden ik er moest zijn weet ik niet meer, maar het was het belastingskantoor, of all places. De lift gaat open en er staat een zwarte man voor me. Hij kijkt me verschrikt aan, komt de lift uitgestrompeld, neemt me bij de arm: 'is it you?', 'is it you, I met at the wedding, I danced with?', 'is it you I was waiting for, all this years?' 'am I dreaming?' 'it's like my favourite mouviestar walks out of the canvas', and so on, and so on. In een flits ga ik terug naar 1989, naar het trouwfeest van een Nigeriaan waarmee ik werkte in het studentenrestaurant. In een flits zie ik me terug dansen, op een manier die weinig aan de verbeelding overliet. Ik had het één en het ander eraf te dansen. Een manier van dansen die aanleiding gaf tot een fikse ruzie met mijn toenmalige ex-vriendje. Wat kon ik eraan doen dat hij ook nog op het feest genodigd was? maanden na onze breuk? ik mocht toch dansen met wie ik wilde? op de manier dat ik wilde? temeer: ik was amper 20 en zo passioneel als een twintiger zijn kan. De ruzie maakte een dramatisch en theatraal eind aan het dansen, en aan het feest, mijn danspartner zag ik nooit terug. Tot die dag in 1997.

en we praatten wat, en nog wat. En we mailden, lange mails. Nigerianen zijn poëten, vertelt men me. Misschien is daar niks van aan, maar de deze kon er in elk geval wat van. Van de grote woordenstroom herinner ik me maar één zin. Eén zin die hij uitsprak al in het belastingskantoor, nadat hij me al snel ontfrutseld had dat ik gescheiden was. 'Don't let yourself be shuffled in the backyard of life'. Iets dat ik vrij vertaalde als: laat jezelf niet wegkeren in de achtertuin van het leven. Of kortom: kom op de voorgrond en leef, LEEF! Een boodschap die als geroepen kwam en die ik toen wel smaakte.

hij wilde een date. En ja, na al dat schrijven mocht hij die van mij wel hebben. Dus spraken we af tijdens mijn lunchpauze. In de pittazaak enkele panden verder. En toen gebeurde het. We begroetten elkaar voor die pittazaak, hij stapte voor me binnen, koos een tafel, koos een stoel, en gebood me te gaan zitten. En op dat eigenste ogenblik maakte ik een klik in mijn hoofd: een ander kiest voor mij geen tafel of geen stoel, een ander helpt me hooguit bij het zoeken en laat het kiezen aan mij. Ik at mijn pitta en trok mijn conclusies, dit was ons eerste en laatste afspraakje. Don't let yourself be shuffled in the backyard of life...

intellectueel

ik ben geen intellectueel, zelfs nog geen van jan m'n ** . Maar om één of andere duistere reden gebeurt het wel eens dat intellectuelen mijn gezelschap weten te appreciëren. Ik ben een beetje een wild en intuïtief denker, een chaotisch spreker, zonder bagage, wie weet vinden ze het wel een beetje verfrissend. Of misschien wel aandoenlijk. Zonder bagage is slecht uitgedrukt, maar mijn rugzak heeft geen bodem, je mag er zoveel cultuur in gooien als je wil, het valt er allemaal door. Dus raak ik nooit 'geleerd'. Boeken, films, concerten, theaterstukken, krantenartikels... allemaal heel fijn, ik verorber het allemaal. Maar het valt allemaal weer even geruisloos door de rugzak, inclusief hun auteurs, regisseurs, acteurs, muzikanten... Ik kan alleen verder met mijn werkgeheugen, en dat doet het gelukkig prima. Zo neem ik door dagelijks gebruik de woordenschat mee die soms aan een geleerd mens kan doen denken, blijf ik op het werk een wandelend levend archief. Maar er is niks geleerd aan me aan, alles wat ik ooit leerde vergat ik, en ik snap geen jota meer van de leerstof in mijn kinderen hun schoolboeken. Niks blijft hangen, behave dan hier en daar wat vreemde kennis waar niemand wat mee is. Ik weet dat er miniscule gele kikkertjes zijn die giftig zijn, ik zag ze in de zoo (alsof je die in je gazon zou tegenkomen). Of ik weet dat het bos hier vlak achter 42ha groot is, en ik herinner me zo'n heel vreemd woord uit mijn middelbare school: 'de lakmoesproef', waar is dat nu goed voor?

met nieuwjaar was het nog eens zover. Ik werd mee op sleeptouw genomen en kwam in het huis terecht van een zoetgevooisde radiojournalist, zijn naam kwam zelfs míj niet onbekend voor. Wanden vol boeken, gesprekken over literatuur en politiek. De Amerikaanse verkiezingen waren niet alleen het voorwerp van een ingewikkeld gesprek, maar ook nog een nieuwjaarstoost waard, en ik wist niet eens dat er verkiezingen gingen komen. Ik slaagde erin om zo geïnteresseerd te kijken, te knikken, te schudden en te lachen, dat ze waarschijnlijk begonnen te vermoeden dat ik zweeg om wijslijke redenen. Ik denk niet dat ze me van onwetendheid verdachten. Toen Leterme premier werd, toen heeft mijn zoon een week bezig geweest om die naam erin te drammen. Als het aan mij lag zou ik het jaren later nog niet geweten hebben. Of beter: hij zou al 200 keer door mijn rugzak gevallen zijn. Ik zou niet verder komen als: die ene met zijn bril die vaak op TV komt. Om vervolgens veel te laat op te merken dat die bril achterhaald was.

gisteren was ik ook op stap met een intellectueel. Hoewel: hij beweert zelf van niet, maar dat doen ze allemaal. Sorry F: maar je bént het wel. Mijn niet-intellectuele eerlijkheid gebiedt me het te zeggen. Als intellectuelen met elkaar spreken, dan krijg je vaak een uitwisseling van bergen kennis en feiten, van moeilijke vragen, van vergelijken van standpunten. En ik ging op mijn tippen staan, als je met twee bent kan je nu eenmaal moeilijk de uitwisseling aan een ander overlaten. Het leek op den duur een quiz: 'ken je die?' en 'ken je die?', 'ken je die theorie?', 'ken je dat muziekstuk?'... en ik moest jammerlijk telkens met mijn hoofd schudden. En rechtveren van geluk als ik dan toch eens iets wist. Dàt weet ik nu wel sè.. hèhè, ik ben dan toch geen randdebiel, toch een puntje binnen.

maar nee, ik ben geen randdebiel... ik heb ondertussen al bijna 98% van de spelende wereldbevolking achter me gelaten op WHTBB (who has the biggest brain?). Als je altijd alles elke dag heruitvindt, dan heb je gewoon nooit geleerd om kennis op te slaan, mijn neurologische bedrading van mijn lange termijngeheugen werd gewoon niet aangelegd.

maandag 21 juli 2008

Belg

het dametje op het nieuws zegt het zo mooi: ik voel me Belg en ik wens dat iedereen toe, het is een fijn gevoel. Ik denk bij mezelf: bedankt voor de wensen madame, ik voel me graag goed. Maar ik weet dat ik het niet kan voelen. Ik heb het al geprobeerd, ik heb het ook al geprobeerd om me Vlaming te voelen. Ik heb geprobeerd om me Europeaan te voelen. Maar het lukt me niet. Het lukt me even goed of even min als proberen me een paard te voelen of een boom te voelen. Ik heb niet genoeg verbeeldingskracht, of inlevingsvermogen? Nationalisme, van welke aard dan ook, is gewoon niet aan me besteed. Misschien is groepsgevoel een randvoorwaarde?

oh ja: in het buitenland is het leuk om te zeggen dat je Belg bent, maar even goed dat je Vlaams bent. Omdat het iets exotisch is, men ziet het niet vaak, weet amper wat het is, er volgen altijd wel vragen. Kortom: belangstelling en interesse verzekerd, en ook een onbevooroordeelde houding. Een beetje leuk, dat wel, je kan je best doen om een indruk over een heel volk na te laten. Maar het buikgevoel of enige fierheid mis ik.

maar voor hen die het wel voelen: prettige feestdag! geniet ervan!

SAT/SA

wie kan lezen wat ik hier boven heb geschreven kan zich misschien beter lid maken van Mensa en zich met meer intellectuele literatuur onledig houden. Even toelichten: SAT= sleeping apart together. SA = (wat ik er van maak) sleeping apart. SAT is een oprukkend fenomeen, als ik het mag geloven. Dit nadat een Britse universiteit onderzoek naar slaapstoornissen heeft gedaan en tot de vaststelling is gekomen dat apart slapen aan een huwelijk meer slaagkansen geeft dan samen slapen.

de helft van de mensen wordt 's nachts tot gemiddeld zes keer wakker door zijn bedgenoot, een kwart vlucht op regelmatige basis naar een logeerbed of de zetel. De irritatie die daarbij komt kijken, en het slaapgebrek, en het sneeuwbaleffect van die twee, moet niet toegelicht worden. Ik was zo iemand: gewoon de aanwezigheid van iemand binnen een cirkel van nog maar vijf meter, is genoeg om al mijn zintuigen op scherp te zetten en elk signaal van die persoon op te vangen. Zelfs als mijn baby's met hun superlichte ademhaling een apneu deden veerde ik met bonzend hart recht. Vijf meter zeg ik! wat dan met 50cm als je het bed deelt? of erger nog: als ze met hun log slapend lichaam tegen je aan rollen??? dan kreeg ik claustrofobische angstaanvallen. Helemaal versteven me afvragend hoe de situatie te ontmijnen zonder mijn geliefde zijn slaap te verstoren. Een gewone volle lange slaap was dan uitgesloten.

Mijn confraters overal in de wereld moeten nu steeds meer woningen ontwerpen met twee ouderslaapkamers voor de SAT-aanhangers. De mensen beginnen te beseffen dat samen slapen enkel ontstaat uit kleine behuizing. De adel met hun ruime behuizing heeft nooit samen geslapen, de hofdokters wisten wel beter. Er is voldoende rijkdom in het westen om de huizen een kamertje meer te geven. Zelf hou ik het maar bij SA. En LTA: dat spreekt me ook aan (jaja: de A en T verwisselen, dat ontcijferen is niet genoeg om bij Mensa binnen te geraken).

Voor wie in zijn haar krabt en nu aan 'de rest dan?' denkt: het is zelfs aangetoond dat het seksleven er ook mee verbetert! kwestie van even op de deur tussen de kamers te kloppen. Als je er al een slaapkamer voor nodig hebt?

vrijdag 18 juli 2008

levend dromen

nachtelijke dromen vormen voor me een essentieel onderdeel van mijn wakend bewustzijn. Ik onthoud ze niet alleen spontaan, mits enige inspanning kan ik er meerder onthouden, en lucide dromen is me ook niet vreemd.

vannacht ging er een droom over de nakende verhuis van mijn nichtjes. De nichtjes die wees zijn geworden na een drama dat een beetje te groot is voor deze blog. Binnenkort verhuizen ze naar hun voogd, mijn jongste zus. Vannacht was ik ergens met mijn overleden zus. Als vanouds waren we samen, ik weet niet meer in welke omstandigheden, maar het was in elk geval iets dagdagelijks. En toen vroeg ik haar wat haar plannen waren. Met de verhuis van de kinderen in het vooruitzicht vroeg ik haar of ze mee zou verhuizen naar de andere stad. En terwijl ik dit droomde kwam vanuit mijn hoger bewustzijn een sterk besef naar binnen dat ik wel iets heel absurds aan het dromen was. Welke moeder zou nu twijfelen om bij haar eigen kinderen te blijven? en waarom stelde ik zo'n absurde vraag? wat gingen die kinderen uberhaupt in die andere stad doen? dat zij achterna zou moeten reizen? En met een schok realiseerde ik het me. Het kon niet dat ik haar die vraag stelde, en alles was absurd, omdat ik haar levend droomde.

ik ga jullie Jung en zijn analyses maar besparen.

alien

ik heb een neiging tot verslavingen. Nee, niet aan voedings- of genotsmiddelen, gelukkig... Maar aan spelletjes. Ik ga er mee door tot mijn hersenen lijken te stomen, tot ik een muishand krijg, mijn schouderspieren in een kramp geraken. Onbeheersbaar. Ooit van Zuma gehoord? of gewoon Tetris? dat kent iedereen. En als je dan scores kan verbeteren, dan is het hek helemaal van de dam. Er zit dus ook een competitief kantje aan me. Tenminste zolang ik maar niet met de emoties van de tegenspelers krijg af te rekenen. Nee: dan loop ik er in een wijde boog rond, en pretendeer helemaal niet competitief te zijn. Of eigenlijk ben ik het dan ook niet meer: mijn afkeer voor de anderen hun competitiedrang overwint het dan gewoon van mijn eigen competitiedrang. Maar veilig achter het scherm tegen getallen van mensen veraf opboksen: geweldig.

vandaag is het 'how big is your brain' van playfish, op Facebook. Eerst versloeg ik de drie 'vrienden' (zo noemen al je kennissen op dat ding) die er aan meededen. En toen zag ik dat je voor een lachwekkend bedrag betalend een heel jaar tegen de hele wereld kon spelen. Honderden duizenden mensen. En ja: ik heb me deze namiddag opgewerkt tot percentiel 93%. Mijn status is nu 'alien'. En na al dat spelen voel ik me ook minstens zo. Deze nacht zullen gegarandeerd de rekensommen en de blokken nog door mijn hoofd spoken.

Dat doet een mens dus met een fel gegeerd dagje verlof zonder kinderen in huis. Zo'n dagje dat je al de plannen van maanden wil gaan uitvoeren. Toch één goed ding: ik zal mijn brein wel aangescherpt hebben, het is een soort braintrainer. Ik hoop altijd dat mijn lijf het vlugger zal begeven dan mijn geest, maar dan moet ik daar wel naar streven. Beginnen met denksport boven echte sport.

voor alles een excuus. Jaja, dat ben ik.

maandag 14 juli 2008

tuindvondsten 3: betrapt!



iemand zin om er op te jagen? Wie het kan pakken mag het houden! Niet allemaal tegelijk hè...

pensioen

Ik moet nog lang aftellen, ontiegelijk lang, ik zit nog niet in de helft van mijn 'carrière' (wat een vies woord). Maar daarstraks zat ik erover te mijmeren. Ik zag mezelf al hele dagen in de tuin werken. Confituur maken, met een verfborstel mijn ramen en de goot elk jaar een lik verf geven, bloemetjes op de vensterbank verzorgen, elke dag cake bakken. Noem maar op. En tussendoor natuurlijk citytrips en kustwandelingen. Boottochten en ballonvaarten. Om nog van al die theatervoorstellingen en concerten te zwijgen. En terrasjes met zware bieren, liefst in goed gezelschap. En al die boeken die ik nog wilde lezen!

maar ik maak mezelf maar wat wijs. Ik zie het al gebeuren... hoe ik langzaam met de zetel vergroei... want wat ik vandaag niet zou doen zou morgen ook nog kunnen. Een valkuil van jewelst, een groot gapend gat, klaar om me op te slokken. Zoals dat koppel dat bij me op het gemeenschapshuis zat, beiden werkloos. Op den duur maakten ze ruzie over de fles melk die een verdieping hoger was blijven staan en wie er daarvoor zijn gat moest lichten.

laat me nog maar even rondhossen.

tuinvondsten 3: grijnzend kitten

net zoals in Alice in Wonderland: de grijnzende kat die verschijnt en verdwijnt. Sinds gisterenochtend verschijnt er en verdwijnt er een kitten in de tuin. Ik hol er tevergeefs met mijn fototoestel achteraan. Naar schatting zo'n twee maanden oud. Zwart met witte stukjes en witte snorharen. Het staart ons aan tot we te dicht komen en dan verdwijnt het. Soms zien we het in gezelschap van onze volwassen katten paraderen, als dat geen gecastreerde katers waren zou ik m'n bedenkingen krijgen. De bosrand: een ideaal plekje om kittens te dumpen. Proficiat baasje!

gevers

komen jullie ze ook zo vaak tegen? Mensen die zichzelf als 'gevers' omschrijven? Ik voortdurend, en ik weet het niet, maar bij mij gaat er altijd een rood lampeke branden. Ooit omschreef ik mezelf ook zo, dus veroordelen doe ik niet, ik weet van waar het komt, ik weet van waar ik kom. Maar ik heb zo mijn bedenkingen. Meestal omdat het als een star en vaststaand feit wordt geponeerd: 'ik ben nu eenmaal zo'. Het lijkt erop dat de meesten er eigenlijk niets willen aan doen. Ook al zien ze hoe ze keer op keer in problematische situaties verzeilen. Hoe ze keer op keer misbruikt worden en hoe het hen maar met momenten gelukkig maakt, maar voor de rest vooral heel gefrustreerd.

ik denk dat het komt omdat het een 'deugd' is, of als een deugd wordt gezien in onze christelijke westerse moraal. De altruïsten zijn de goeien, de egoïsten de slechten. Heel zwart-wit. Waarom zou je in godsnaam slechter willen worden als je heel goed bent? Dus versterken de mensen met een gevende basis (niet zelden opgevoed door één of meerdere 'nemers') hun statuut als gever, en geven steeds meer, geven gewoon zichzelf (op). Ze zijn er zelfs fier op. Oh ja: ik was er ook fier op.

wel laat me duidelijk zijn: het is een 100% bewuste keuze om te stoppen met altijd gever te zijn, om grenzen te leren stellen en een gezond egoïsme aan de dag te leggen. Het valt aan te leren om je goed te voelen bij de keuze voor jezelf. Nee: dat is niet 'slecht'.

en natuurlijk is het erg als iemand helemaal niet (meer) kan geven. We hebben een gevende beweging in ons, de psychopaat van achter de hoek buiten beschouwing gelaten. Als die gevende beweging geen ruimte krijgt verdorren we. Maar we hebben even goed een ontvangende beweging in ons. Het is koorddansen om die twee in evenwicht te krijgen, als je de andere beweging al wakker geschud krijgt.

wakker worden: er is grijs! we zijn eigenlijk geen van allen gevers, we zijn allemaal mensen met de mogelijkheid tot geven, maar we zijn het niet uitsluitend, we identificeren ons enkel ermee. En strelen ons ego er nog eens mee ook. Maar het is een gedrag: en elk gedragspatroon waarmee we onszelf identificeren valt te doorbreken. Maar als het over gedragspatronen gaat kiezen we vaak voor onveranderlijkheid, uit onzekerheid over wat er daarna zal komen.

potdorie, nu gaat het vingertje de lucht in... tot zover deze lezing van zuster Emmy. Ik moet wat minder het gras afrijden want ik word er bloedserieus van.

zondag 13 juli 2008

boontjes en sla

een vriendin van me woont in een traditionele fermette. En die fermette staat in een traditionele verkaveling. En die verkaveling ligt in een traditioneel Kempisch dorp. Het zal je maar overkomen. Verliefd worden op een fermettebewoner en tenslotte er bij intrekken.

nu wil het dat die vriendin graag uit eigen tuin eet, en niet anders gewend is dan alles zelf op te kweken. Het resultaat is fraai. Het steriele pelouzeke voor en naast de fermette moet wijken, steeds verder, voor het oprukkende moestuintje. Een rij zoete maïs vormt het scherm naar de straat. Tot grote consternatie van de buren.

Waar in Vlaanderen is er nog zo'n vreemde vogel in een verkaveling neergestreken?

bedankt E: de boontjes en de sla hebben gesmaakt.

tuinvondsten 2: kakeltje

zaterdag 12 juli 2008

pretpark

ik heb het niet zo hoog op met pretparken. In mijn verbeelding zijn ze druk, lelijk, schreeuwerig, lawaaierig. En de mensen die erin rondlopen passen zich aan: even druk, lelijk, schreeuwerig en lawaaierig. In mijn verbeelding dragen de mensen daar allemaal kleding met fluorescerende kleuren. Dat zal wel iets zijn dat uit de jaren tachtig is blijven hangen, of was dat al het begin van de jaren negentig? En het stinkt er, dat vergeet ik nog, het stinkt er naar suikerspinnen. En ik zwijg ook nog over de wachtrijen, waarbij je kort op elkaar gepakt slenterend aanschuift. Kortom, in mijn verbeelding is een pretpark iets dat je zintuigen zwaar overbelast, en ook je rug.

toch was ik er vandaag. Als je kind een tekenwedstrijd wint, en de hoofdprijs blijkt een familieticket voor een pretpark, tja... dan stuur je toch niemand anders met je kroost er naartoe? Gelukkig was het weer instabiel vandaag, en zijn veel mensen last minute naar het zuiden gevlogen. Het was er niet zoals ik me verbeeldde. Nergens wachtrijen, geen enkel fluorescerend kledingstuk. Ik besloot dat het niet nodig was om me af te sluiten, dat het allemaal best draaglijk was, dat mijn verbeelding een loopje met me had genomen. Eeuhh, ja, 't was eigenlijk best fijn.

ik kwam thuis met een foto, een foto waarop we alle vier onze monden wijd open sperren, voor we een ijzingwekkende diepte induiken. Het gegil kan je er makkelijk bijdenken. Een foto zoals het hoort, pure emotie. Het is niet mogelijk om op een andere plaats op een ander moment zo'n foto te maken: alleen al doorvoor moet je eens in zo'n bootje gaan zitten.

happy endings

vorige nacht zat ik op een ontieglijk uur film te kijken. Zomaar even tot half drie. Il lagro di bambini. Heel mooie film, ik zag 'm destijds al in de bioscoop, maar wilde hem opnieuw zien. Daarvoor hoefde ik zo laat niet op te blijven, vrienden gingen het opnemen voor me. Erg maar waar: na zo ongeveer zeven jaar kan ik mijn videorecorder nog steeds niet bedienen. Maar toch wilde ik het begin van de film proeven, en van dat begin kwam meer. Zelfdiscipline is niet aan me besteed. Ik bleef kijken omdat ik het einde wilde zien. Maar groot was mijn teleurstelling. Ik wist plots weer waarom ik me het einde niet kon herinneren. Er was gewoon geen einde aan, geen orgelpunt, het was een open einde. Een film die een stukje levenslijn had opgelicht, met een redelijk afgetekend beginpunt, maar veel minder afgetekend eindpunt.

ik ben geconditioneerd, besef ik. Ik wil happy endings. Ik wil dat er 'en ze leefden nog lang en gelukkig' achter komt. Zoals in de sprookjes, en zoals in zowat alle commerciële films, en de meeste boeken. Maar dat kwam niet. Er kwam ook geen dramatisch negatief einde, dat ook niet. Maar het was zo verdomd realistisch. Het was zoals het in het echt ook is, een aaneenschakeling van grotere en kleinere gebeurtenissen. Mensen die naar elkaar toegroeien, en dan afscheid zullen moeten gaan nemen. Deze keer niet het klassieke plaatje van een man en een vrouw, maar twee kinderen en een jongeman. Het afscheid komt niet in beeld, maar laat zich raden. Terwijl wil je dat ze elkaar nooit meer los zullen laten. De romantische illusie dringt zich aan je op. In de slechtere Amerikaanse film zou de jongeman op het laatste de kinderen adopteren, of whatever, als 'm er maar voor altijd bij zou blijven. En dan ga je rustig en vredig slapen. Nu lag ik nog een beetje te huilen in bed.

soms vraag ik me af of we met z'n allen heel erg veel moeite doen om die romantische illusie in stand te houden. En zo tegelijk een soort van collectieve verlatingsangst voeden. Als je altijd maar rozige plaatjes krijgt voorgeschoteld van 'voor altijd', meestal na enige worsteling, ga je dat dan niet verkeerdelijk als norm zien? waar het leven meer een aaneenschakeling van komen en gaan is? Net zoals in deze realistische film?

vannacht spelen ze 'trois couleurs rouge', ook eentje die ooit nazinderde. Hierin overwint de kracht van de liefde alles geloof ik, dus wel een happy ending. Een ode aan de romantische illusie? Maar ik ga m'n slaap er toch maar niet voor laten, ik zal wel happy endings dromen.

donderdag 10 juli 2008

kipknuffelen

in Nederland is er een rage: koeknuffelen. Ik geloof dat ze nu al bussen inleggen vanuit Vlaanderen om te gaan deelnemen. Ik moet zeggen: zo'n beest is wel geweldig, de manier waarop het naar je staart alleen al. De onverstoorbaarheid waarmee het staat te herkauwen. Nu niet dat ik mezelf in zo'n bus zal zien stappen. Laat maar. Hier dichterbij zijn ook koeien te vinden. Zonder prijskaartje eraan.

En eigenlijk: mijn kippen volstaan. Eén voet in het hok, of nog maar het zien dat ik op komst ben, en minstens ééntje, soms twee, drukken hun buik al tegen de grond. Ze heffen hun vleugeltjes op en wachten. Als ik niet snel genoeg kom, trekken ze nog eens aan mijn broekspijp, ze laten hun verse eten gewoon liggen tot ze hun portie affectie hebben gekregen. Op een zonnige dag zoek ik me een plekje tussen het gras in hun ren. Een plekje dat nog niet onder de stront zit, en dan zet ik me erbij. Dan komen ze op de schoot. Borstje krab, kopje krab, nekje krab... en ze leggen koerend hun hoofdje op mijn schouder. Af en toe eens goed schudden om de pluimen te herschikken, maar ze krijgen er niet genoeg van. Ik geloof niet dat er veel hanerigs is aan mijn gedrag, maar die onderwerping, ik weet niet?

En ik nam me nog zo voor me niet aan die beestjes te hechten. Deze winter zullen er wel weer hongerige wezels en vossen opduiken uit het bos. Geen kip wordt heel gelaten. Maar één ding weet ik zeker: een schoon leven zullen ze gehad hebben.

leunen

de tantra-sessie bleef nazinderen, en dan vooral de allerlaatste oefening. Tantrawerk is meer dan meditatie, er is fysiek contact. Het komt dichter bij emotioneel lichaamswerk, maar dat is dan weer hard werken. Tantra is ook werken, maar het zoekt zo niet naar de pijn. Het kan het erbij komen, maar zoekt het niet. En het is meer specifiek, het heeft een duidelijke insteek via seksuele energie. Lichaamswerk kan alle kanten opgaan. De lezer die nu denkt dat tantrawerk op een georganiseerde orgie zou aansturen: keep on dreaming. Alles is strikt begrensd, ieder mag voelen wat die voelt, maar wordt verondersteld bij zichzelf te blijven met die gevoelens. Sensualiteit mag een plaats krijgen binnen het kader van een oefening, maar verder houdt het op.

In drie zinnen proberen zeggen waar boeken zijn over volgeschreven, het is uitgesloten. Uiteindelijk betreft het een traditie met weinig theorie, die teruggaat tot ver voor onze jaartelling. Wie denkt dat het een religie betreft vergist zich. Het verhoudt zich tot hindoeisme en boeddhisme zoals een kerstboom zich verhoudt tot het christendom, om maar iets te zeggen. De traditie is ouder, en werd opgenomen binnen de religie, maar het is er zelf geen. Je ziet het dus zo zweverig, of maakt het maar zo zweverig als je zelf wil, maar eigenlijk is het heel down to earth.

To the point: lichaamscontact tussen de cursisten maakt een belangrijk onderdeel ervan uit. Je bent dus maar best een beetje proper gewassen. En preutsheid is een contra-indicatie. De laatste oefening was dus eentje met behoorlijk intense aanrakingen. Elkaar 'beklappen' met de vlakke hand, elkaar 'betokkelen' met de vingertoppen, elkaar 'bewrijven'. Overal. Toegegeven: ik was content dat ik de achterkant van de man in mijn groepje voor me had, en niet de voorkant, want dan zou ik met een bepaald plekje toch niet zo goed raad geweten hebben. Om de intensiteit te laten wegvloeien bij diegene die het onderging, kon deze daarna gaan 'leunen' bij de anderen.

Het eindigde dat we ineengezakt met z'n drieën aan het leunen waren als een verstild standbeeld. We konden zo nog uren blijven zitten, alsof we vergroeid waren. De man in het gezelschap bromde stilletjes dat we misschien wel beter de sleutel van de zaal konden proberen te bemachtigen om daar tot in het oneindige zo te blijven zitten. En onze vergroeide lijven lachten zonder grenzen. Het gevoel bleef die nacht mijn slaap binnendringen.

maandag 7 juli 2008

voorspel

een prelude is een voorspel, niet? Maar iedereen denkt aan iets anders bij voorspel natuurlijk. Ik pikte ooit ergens de term 'bedelronde' op, en ja: vond ik accurater klinken dan voorspel. Als je partner niet meteen initiatief aan de dag legt, en je zit met wat overschot aan energie in de onderbuik, dan is het blijkbaar gangbaar dat je de andere maar wat probeert op te warmen. Overschot aan energie in de onderbuik, mooi gezegd hè? een beetje platter: je moet je kwakje kwijt, en bij de vrouwen? euhhh, in het beste geval je sproeisel zeker?

de bedelronde, brrr. Je legt je neer en je denkt, hèhè, ik lig goed, tukje doen. En dan komen die handen, en je weet perfect welk parcours ze zullen afleggen. Waar ze ongeveer zullen beginnen, en naar welke plekjes ze naartoe zullen gaan. De eerste keer is dat spannend, de tweede keer ook nog, ook al ken je het parcours al, in het beste geval zelfs nog na enkele tientallen keren, doorheen de verschillende variaties op het parcours, als je gemakkelijk bent. Sommige mensen gaan in het pretpark ook honderden keren dezelfde rollercoaster in en blijven even hard gillen. Maar wat als je weet wat de bedoeling is, en je kan alleen denken: ik lig goed, lekker tukje doen. Wat dan? Dan loert het monster van de verplichting en de schuldgevoelens om de hoek, klaar om de relatie om zeep te helpen. En misschien nog meer dan de relatie. Of natuurlijk: je hebt ook nog de NEE, en alle gevolgen die daar aan vast hangen.

een echt voorspel begint naar mijn gevoel van 's morgens. Naar mijn gevoel hè. Met plagerijtjes en onderbroken toenaderingen, nooit hetzelfde, en altijd spannend. Verweven in het graag samen zijn. Een echt voorspel heeft niks te maken met een onwillige willig maken, maar met twee willigen die genieten van uitstel. Die iets onderdrukken tot ze het loslaten. Maar dat bedoelt men er meestal niet mee, meestal bedoelt men er mee dat er iets moet opgewekt worden dat er nog niet is.

tja, misschien is er iets mis met mijn perspectief... most likely zelfs.

zondag 6 juli 2008

prelude van bach

mijn zoon heeft welopgevoede vrienden. Keurig, welbespraakt, beleefd... 't is me wat. Ze zijn niet allemaal zo, gelukkig niet, hier en daar is er wel een hoekje af. Maar naast mijn zoon zijn ze bijna aristocratisch. En vooral heel intellectueel, manmanman, politieke discussies tussen veertienjarigen, waar gaat het heen met deze wereld? Mijn zoon is de clown van dienst, een telg van de familie Flodder. Zijn politiek bewustzijn heeft zo ongeveer het stadium van love and peace bereikt. Maar zonder hem zou de boel maar saai zijn, ze hebben hem en z'n lange haren nodig om kleur aan hun bestaan te geven.

daarnet kreeg ik een privé piano-concert van zo'n vriendje. Jaja, de prelude van Bach. 't was af, 't was mooi, ontroerend. Dat was die jongen die op het verjaardagsfeestje zes jaar geleden heel beleefd een stuk fruit vroeg, toen de anderen zich aan chips tegoed deden. 'watte?' zei ik, 'wablief?' zei hij... een stuk fruit alsjeblief. Alsjeblief, dankjewel, kom nog eens spelen.

ellende

er hollen zes kinderen rond het huis. Terwijl ik het schrijf, groeit het aan tot 9 kinderen. Eentje daarvan is van mij, hij magnetiseert. Kinderen met stokken en plastic geweren. Kinderen die nog net het spelen niet verleerd zijn, maar zichzelf toch ook niet meer als kind zien. 'scharrelkinderen' als ik de Humo mag geloven, of boskinderen? het is een feit: ze hebben een kamp. Eentje zijn stem daalt soms vervaarlijk, een andere valt bijna over zijn veel te snel gegroeide benen. Een tiende kind ligt hier half te sterven in de zetel, deze is wel van mij. Zelfs het water dat ze drinkt komt er onverbiddellijk weer uit. Het is niet eerlijk. 'ik wil niet mama' kermt ze, 'ik wil niet'. 'wat wil je niet?'.'niets'. Niets van dit alles.

de jaren '70 flitsen door mijn hoofd. Ik kijk door het raam van de slaapkamer, de volwassenen lachen, de kinderen joelen, hangen op hun hoofd aan de trapeze, twee tuinen verder staat de radio discodeuntjes te spelen... en ik kijk en voel me beroerd. Mijn hoofd is ijl, mijn ogen troebel, mijn lijf wil niet. Het is niet eerlijk. Ik wil niet alleen zijn.

ze grijpt m'n hand. Niet weggaan mama, aai me nog mama, geef me een kus mama. Twaalf is ze nu, de ene dag m'n vriendin, de andere dag mijn baby. De kom is eigenlijk te mooi om gal in uit te spuwen, ik zal het nog eens gaan uitspoelen.

tuinvondsten 1: zwarte frambozen

rock werchter

nee, ik ben er niet naartoe geweest. Beware me.

ik woon op 10 km van de festivalweide. Maar daar trekken mijn oren zich niets van aan. Niet enkel de bas, maar zelfs de melodieën drongen tot me door terwijl ik in mijn bed lag. Het geluid trekt zich niks aan van de Kesselberg, de Meesberg, de Chartreuzenberg, de Speelberg.. al mijn mooie Hagelandse heuvelruggen. Allez... ze zijn niet van mij, maar toch ook wel weer een beetje, want ze zijn toch van iedereen? Het geluid kruipt gewoon over de heuvels heen. Of beter: de muziek, want er stonden wel mooie dingen op de affiche. Ik moet me een beetje respectvol uitdrukken.

toch laat ik de eer aan anderen om in die mensenzee te gaan dobberen en daar een bom geld tegenaan te smakken. Om daarin mezelf goed te voelen, behoor ik tot diegenen die minstens zo stoned als een garnaal of ladderzat moeten zijn (sorry voor de oubollige taal, ik ben niet van gisteren). Of een paar dafalgans met codeïne bieden misschien ook wel de nodige verdoving. Dan verkies ik toch maar mijn gezondheid, en zet ik thuis wel een cd'tje op van Sigur Rós, dEUS of Radiohead. Mijn wapenuitrusting tegen overprikkeling geraakt met de jaren steeds meer aftands.

In het rusthuis zullen ze me in een isoleercel met akoestische wanden moeten plaatsen. Zodat ik het gerochel van de buurvrouw niet zal hoeven te horen. Of zou ik misschien toch een beetje doof gaan worden? 't is te hopen... want die gsm-toontjes die alleen door jongeren zouden gehoord worden, of die toontjes die alleen door muggen zouden gehoord worden... ze gaan door merg en been. Het moet wat zijn als op een dag mijn hersenen niet meer helemaal hoeven te blokkeren om me van teveel geluid af te sluiten, dat mijn oren gewoon voldoende filteren.

en dan lig ik in mijn bed en trek het deken wat verder over mijn oren. Prijs me gelukkig dat ik er niet midden inzit, zie het als het voorportaal naar de hel. En ik focus me maar op het getrippel van kattepootjes op de gang.

vrijgezel

relationele status. Zo staat het er in het Facebook. Er was ook nog de optie: 'nogal ingewikkeld', een mooie vind ik dat. In mijn beleving is het altijd ingewikkeld, gelijk welke andere status je aanvinkt. Maar soit, een mens moet kiezen. En eigenlijk: vrijgezel, dat is toch wel een verdomd mooi woord. Vrij-gezel. Een gezel, is dat niet iemand die je gezelschap houdt? iemand die met je meereist op je levenspad, heel even, of wat langer, of voor altijd: dan is het een levensgezel. Ik ben een gezel, maar geen levensgezel. Ik reis soms eindjes mee met mensen, ik hou soms mensen gezelschap, tot ik voel dat de uitwisseling uitdooft. Maar ik doe dat in vrijheid. In ongebondenheid. Nog niet hetzelfde als niet-verbondenheid.

misschien kan je het ook zien als 'vrij van gezel'. Klinkt redelijk neutraal, je vult zelf in of dat nu een geluk is of een soort van handicap. Maar ik hoorde dat we ondertussen in ons landje met zo'n anderhalf miljoen zouden zijn. Zou de tijd dat het maatschappelijk in de eerste plaats als een handicap wordt gezien, zo niet stilaan voorbij moeten gaan glijden?

je zou die 'vrij' ook kunnen opvatten als de eerste persoonsvorm van vrijen: iemand om met te vrijen. Zoals ik ook wel een 'ouwe vrijster' zou kunnen genoemd worden. Nogal wat langdurig gebonden mensen associëren het single leven met zomaar kunnen/mogen vrijen met al diegenen die je pad passeren. Het avontuurlijke vrijbuiterschap. Een vrijbuiter is eigenlijk een soort zeilschip. In mijn verbeelding is het dan op drift. Maar het zegt meer over die mensen dan over het vrijgezellenbestaan in het algemeen, geloof ik. Het kan zelfs nog erger: vrijgezellen zijn in de ogen van sommigen zelfs gewoon 'los lopend wild'. Vrij op te schieten, zoals verbannenen.

nee, ik hou het bij de eerste betekenis. Wie even meeleest, diens gezel ben ik voor even.

zaterdag 5 juli 2008

facebook

ik ben mezelf weer eens voorbij gehold.

Honderden keren heeft men mij ooit gezegd: loop jezelf niet voorbij hè! en ik knikte schaapachtig ja, ik ben immers altijd van goeie wil en sta open voor advies. Maar ik had er geen benul van wat ik me daar nu in godsnaam moest bij voorstellen. Jezelf voorbij hollen. Wablief? met mijn beelddenkend brein gaat zo'n boodschap de mist in. Ik zag het niet. Hoe doe je dat dan wel, jezelf voorbijhollen? en waarom zeiden zoveel mensen dat nu net tegen mij? deed ik dat dan? hoe kon ik iets stoppen dat ik niet zag?

maar nu weet ik het wel, al een tijdje. En ik sta soms stevig op de rem, maar echt gestopt geraak ik niet. Ik had me voorgenomen een spandoek in huis te hangen met in mega-letters: 'wacht eens even, blijf eens staan'. Maar nog voor ik nog maar zou proberen aan dit idee uitwerking te geven ben ik telkens met vier andere ideeën aan de slag. Gisteren begon ik deze weblog, en oh ja: Facebook, dat ging ik ook nog eens proberen. Lap: ik heb een nieuwe 'feep'. Iemand met een ASS-diagnose leerde me dit woord. Erger nog: twee nieuwe feeps. En dat in een poging om van mijn forumverslaving af te kicken.

ach, voor een spandoek heb ik geen plaats, voor een facebook wel. Een mens mag een beetje mild zijn voor zichzelf.

vrijdag 4 juli 2008

tantra

kwestie van de aandacht te trekken.

nee serieus: ik heb deze week mijn eerste uurtjes tantrische meditatie mogen beleven.

heel ernstig, maar het bloggen maakt me lacherig, dat heeft iets met het exhibitionistische randje eraan te maken, lijkt me.

las iemand wel eens dat boek 'tantra' van André van Lysebeth? ik vermoed dat hij nog een product van mei '68 was. Hoewel, hij kan nog van verder terug komen. Ik nam het nogal driest onder de arm op visite in het ouderlijke huis. Misschien dacht ik te choqueren, ik weet het niet, maar zo pakte het niet uit. Mijn vader keek hoogst geïnteresseerd naar de man op de achterflap in wie hij zijn yoga-leermeester herkende.

buiten de vele bekkenbodemspieroefeningen die beschreven stonden in het boek, en de allusie die gemaakt werd over de westerse vagina, die volgens de oosterlingen meer iets weg had van een afgetrapte versleten schoen (qua pasvorm en veerkracht dan)... herinner ik me niet te veel meer van het boek. Behalve dan dat ik het een heel goed boek vond. Jammer genoeg ben ik niet alleen verstrooid, maar er is ook iets drastisch mis met mijn geheugen. Of misschien toch een voordeel: ik kan het morgen met even veel verwondering opnieuw lezen.

Lysebeth schreef nog iets over de materie. Een breinkraker over elementaire chemie en het subatomaire niveau... en hoe de hele materie van de wereld, ontdaan van alle energievelden in één vingerhoedje zou kunnen worden samengedrukt. Of met andere woorden: hoe alles pure energie is. Ik ben een bal energie, jij bent een bal energie, en als we in de supermarkt tegen elkaar oplopen en een fikse buil op ons hoofd krijgen: dan waren dat onze energieën die tegen elkaar botsten, de energieën die ons lichaam begrenzen, maar er is net zo goed energie die zich absoluut niet door ons lichaam laat begrenzen. Mooi allemaal... lees ik graag. Voor zo'n gezonde geestverruimende zaken steek ik met plezier mijn sceptische geest achter slot en grendel.

en even goed ook om op tantrameditatie te gaan. Dat laat zich niet bevatten door woorden. Als er één ding is dat je moet doen op meditatie, dan is het uit je hoofd komen, als er één ding is dat je doet om te bloggen: in je hoofd blijven. De weg van de minste weerstand is dit, voor mij dan toch. Aan de vertaalslag waag ik me even niet.



ahum

ik was een beetje verstrooid
vandaag
gisteren
eigenlijk al veel langer

mijn gedachten versnipperd en uitgestrooid
er stonden pijltje: vul in, hier klikken...
en toen stond dit venstertje hier
zo maagdelijke te blinken

wat kan een mens anders dan er maar het beste van maken?

wie zal dit plekje trouwens vinden als ik er de weg niet naartoe wijs?

zou er hier een selectie gebeuren?
morgen een bericht in mijn mailbox: blog verwijderd wegens een bedreigend hoog gehalte aan randdebiliteit?
en voorlopig: dit ding staat in de steigers, ik ga eens op zoek naar een handleiding... ja hoor: ik ben zo iemand die altijd éérst de handleiding leest. Dacht ik toch...