donderdag 10 juli 2008

leunen

de tantra-sessie bleef nazinderen, en dan vooral de allerlaatste oefening. Tantrawerk is meer dan meditatie, er is fysiek contact. Het komt dichter bij emotioneel lichaamswerk, maar dat is dan weer hard werken. Tantra is ook werken, maar het zoekt zo niet naar de pijn. Het kan het erbij komen, maar zoekt het niet. En het is meer specifiek, het heeft een duidelijke insteek via seksuele energie. Lichaamswerk kan alle kanten opgaan. De lezer die nu denkt dat tantrawerk op een georganiseerde orgie zou aansturen: keep on dreaming. Alles is strikt begrensd, ieder mag voelen wat die voelt, maar wordt verondersteld bij zichzelf te blijven met die gevoelens. Sensualiteit mag een plaats krijgen binnen het kader van een oefening, maar verder houdt het op.

In drie zinnen proberen zeggen waar boeken zijn over volgeschreven, het is uitgesloten. Uiteindelijk betreft het een traditie met weinig theorie, die teruggaat tot ver voor onze jaartelling. Wie denkt dat het een religie betreft vergist zich. Het verhoudt zich tot hindoeisme en boeddhisme zoals een kerstboom zich verhoudt tot het christendom, om maar iets te zeggen. De traditie is ouder, en werd opgenomen binnen de religie, maar het is er zelf geen. Je ziet het dus zo zweverig, of maakt het maar zo zweverig als je zelf wil, maar eigenlijk is het heel down to earth.

To the point: lichaamscontact tussen de cursisten maakt een belangrijk onderdeel ervan uit. Je bent dus maar best een beetje proper gewassen. En preutsheid is een contra-indicatie. De laatste oefening was dus eentje met behoorlijk intense aanrakingen. Elkaar 'beklappen' met de vlakke hand, elkaar 'betokkelen' met de vingertoppen, elkaar 'bewrijven'. Overal. Toegegeven: ik was content dat ik de achterkant van de man in mijn groepje voor me had, en niet de voorkant, want dan zou ik met een bepaald plekje toch niet zo goed raad geweten hebben. Om de intensiteit te laten wegvloeien bij diegene die het onderging, kon deze daarna gaan 'leunen' bij de anderen.

Het eindigde dat we ineengezakt met z'n drieën aan het leunen waren als een verstild standbeeld. We konden zo nog uren blijven zitten, alsof we vergroeid waren. De man in het gezelschap bromde stilletjes dat we misschien wel beter de sleutel van de zaal konden proberen te bemachtigen om daar tot in het oneindige zo te blijven zitten. En onze vergroeide lijven lachten zonder grenzen. Het gevoel bleef die nacht mijn slaap binnendringen.

Geen opmerkingen: