maandag 4 augustus 2008

camping cimetière

wildcamperen in Parijs met een mobilhome vermomd als een fiks uit de kluiten gewassen busje, het is een onderneming. Maar het is gelukt. We kozen de doden als onze buren, die bewaren de rust wel. Een plek van vergane glorie, de zijde van het kerkhof Pantin waar alles begon in de helft van de 19de eeuw. Een kerkhof dat uitgroeide tot het grootste van Europa. Zomaar eventjes 107 ha groot, met meer dan 200000 graven, en volgens de wachters zelfs meer dan een miljoen doden doorheen de geschiedenis. Niet dat dat het plan was, maar daar draaide het wel op uit.

de statige toegangslaan met een centrale platanendreef en daarrond begrafenisondernemers, bloemenzaken en wat volkse horeca had niet veel statigs meer. De plek was er eentje van vergane glorie, van gedemonteerde wagens en zwerfvuil. Maar als je naar schatting zo'n acht meter lang bent en drie meter hoog, dan ben je reuzeblij dat je zelfs al een plek vindt. En dan nog platanen erbij! Terwijl de deur van de bus open stond en de kinderen sliepen, gingen de vouwstoeltjes open en dronken we trappist. We keken naar de gesloten kerkhofpoort, en luisterden naar de opgewonden tooghangers in de lokale brasserietjes, haast onopgemerkt. 's Morgens ging de kerkhofpoort open en konden we van het toilet gebruik maken. De Portugese brasserie met geurende koffie leek wel op de campingkantine.

88 was ze, een beetje krom, maar toch niet veel. Zwart geverfd haar, twinkel in de ogen. Ze had van één van de vele vervallen grafmonumenten gekraakt. Sépulture, zo stond het op de grotere grafhuisjes, wat een mooi woord. Ingericht tot kattenhuisje, met manden en kooien. Ze stond er met haar Whiskas in de hand. Overal waren er katten, vaak mooie katten, maar katten die de buitenlucht amper kenden. De meesten overleven het niet, wist ze te zeggen. Nadat ze uit het portiek zijn gegooid (jaja: het kerhof is met de wagen te bezoeken, zo groot is het), gaan ze dolen, kruipen ze in chock weg, eten niet meer, sterven tussen de doden. En de enkele dolende honden vergaat het niet veel beter. Nee, zei ze: dit is niet meer het land dat ze als het hare beschouwde. Dit is niet meer het land waar je op de schoolbanken leerde dat je voor de zwakkeren moest zorgen, waar je het verhaal van Franciscus van Assisi ingelepend kreeg. Maar meer kon ze met haar laatste jaren niet doen.

Geen opmerkingen: